woensdag 26 december 2012

Het kerstgevoel

Eerste kerstdag 2011, ik was blut, werkloos en zo brak als een kanarie mijn kater aan het verdrinken bij familie. Vurige wensen voor een gezonder lijfje en een voorleesmoeder werden niet verhoord, dat had ik gewoon niet verdiend.
Eigen schuld.
Met een paar uur slaap sleepte (of is het sloop?) ik m'n kadaver de tweede kerstdag naar het volgende familieding om daar verder te gaan met langzaam sterven.
Dit was niks nieuws, dat deed ik al jaren zo. Het feest op kerstavond was het altijd bijna helemaal waard trouwens.
De mokerslag was natuurlijk oud en nieuw, nog ff het laatste stukje leven eruit blazen door met z'n allen 2 nachten extra wakker te blijven met een ongelooflijke voorraad drank, sigaretten, bommen en granaten. 
Geen oliebollen want oliebollen zijn niet stoer.

Eerste kerstdag 2012, 7 dagen per week, 12 uur per dag werken, ik heb gewoon al drie weken geen kans meer gehad om dronken te worden.
Onder het genot van bergen oliebollen sloop ik mijn geraamte en alle pezen en spieren die daaromheen groeien op de werkvloer.
200 procent cashen met de feestdagen.
's Avonds nog even zo'n familieding. Met schoonfamilie bij oma eten. 
Met kloppende voeten en een hernia druk ik mijn brakke lijf op de dikke zachte bank, een bord warm eten op mijn met spierpijn doordrenkte schoot. Ik moet zeggen dat ik me zeker niet minder brak voel dan precies 1 jaar geleden.
Oma heeft drie dochters, 1 daarvan is moeder van mijn liefje.
De drie moeders zitten naast elkaar op een bank. Iedereen is uitgegeten en met gloeiwangen zak ik steeds verder weg in de bank tegenover hun, de slaap slaat toe.
1 van de moeders verteld hoe haar zoon vroeger een dikke rollade-baby was en niet eens in een teiltje paste, iedereen moet lachen. 
Vervolgens steekt ze van wal met een intens ontroerend en spannend verhaal hoe deze zelfde baby  geboren werd met geelzucht welke hem bijna fataal werd. Ieder detail werd uiterst uitgebreid beschreven. Tijdens het hele verhaal hing ik samen met de hele familie als een groep brave kleuters aan haar lippen.
Uiteraard eindige het verhaal met een lang gelukkig leven en een meest geniale en ook nog eens lachopwekkende slotzin. Dit verhaal sloot zich als een warme deken om me heen.
Het kerstgevoel.

En zo, lieve kinderen, verdien je dus een voorleesmoeder.





woensdag 12 december 2012

Winter

De wallen onder je ogen
De knikken in je rug
De spierpijn in je armen
Asgrijze huid met bleke korsten, scheuren en barsten, gespannen om je schedel. Branderige ogen en bloedkorsten.
Doorgaan.

Je voelt je een Viking uit het noorden met een rode baard wanneer je wekker midden in de nacht afgaat. In je auto zitten na het ijskrabben is alsof je kapitein bent van een bevroren schip op een ijzige oceaan vol gevaar.
Jij bent niet bang.

Maar wanneer niemand je kan zien rol je jezelf op voor de verwarming en voed je je verzwakte lichaam met rookworst, roomboter en tiramisu.

Nu, troost jezelf met de gedachte dat echte Vikings dit ook deden.
(Piraten trouwens niet. Maar Piraten horen bij de zomer.)

Winter is die kater na de Maassilo, dat kerstdiner.




maandag 26 november 2012

Zondag

Zondag blijft toch wel de bijzonderste dag van de week.
Voor iedereen is het een beetje anders, de 1 ligt met een helse kater op de bank, de ander slobbert de hele ochtend aan een croissantje terwijl hij voor de derde keer de krant leest.
Bij mij is het meestal de kater.
Dan lig ik de hele dag met mijn liefje Joep in bed, te zeuren en elkaar vol te proppen met eten, om vervolgens onze nieuwe vetrolletjes te becomplimenteren.
Na uren het liedje “kijk me stinken, niet normaal” in koor te hebben gezongen, gaan we buiten wat rondjes lopen, in de hoop de stank van feest en bloed uit onze lijfjes te waaien.
Het valt ons op hoeveel gezonde mensen er nog bestaan, we komen veel hardlopers tegen, die met zweterige trilbillen voorbij komen stampen.
Nadat we al een uur geen hardloper of vogel meer gezien hebben, komt er toch nog 1 verloren gnoe voorbij. Een brede Harrie die stug doorhardloopt. Wij giechelen er een beetje om en beginnen hem in een overdreven paardendrafje na te rennen.
We lopen met zn drieen in een rijtje, de meneer in zijn eigen bubbel, en wij proestlachend een eindje erachteraan. Onze versleten dranklichaampjes geven het al snel op en wij blijven achter steken terwijl de meneer in serieus strak tempo door blijft hollen.

In de verte zien we de meneer een trap afrennen en weer omhoog komen, op en af, hij blijft maar gaan. Een kloppende ader op zijn zwetende slaap.
Wij krijgen vreselijk de slappe lach. Om ons niet heel triest te voelen maken we ervan dat we de sportmeneer juist uitlachen, in plaats van onszelf.
Even later is de meneer alweer doorgeholt en zijn wij bij diezelfde trap aangekomen die we gierend van het lachen op en af beginnen te rennen alsof we o-benen hebben.  Ondertussen laat Joep een paar scheetjes. Van de ei achtige geur moeten we nog harder lachen en vallen bovenaan de trap om op het asfalt. We blijven plat op de grond liggen. Op dat moment is sportmeneer alweer omgekeerd en zijn sportschoenen draven voorbij, zijn gezicht kijkt heel boos. Hij schud zijn hoofd afkeurend wanneer hij ons gebrek aan respect passeert. We zijn stil.
We schamen ons een beetje.
Ik stel me voor hoe de boze sportmeneer voorover zou buigen en mij met 1 vuistslag een blauw oog zou slaan. Hij zou ons verbouwereerd achterlaten en wij zouden hem nooit meer uitlachen.
Joep zou mijn blauwe oog kussen en fluisteren dat hij het gewoon hartstikke stoer en grappig vond hoe ik die sportmeneer nadeed.
In stilte lopen we terug naar huis. Verdomme wat kinderachtig. Zondag.




Hollandse vrouwen

-->
Waarom zou je op vakantie willen naar Nederland?
Het is altijd te warm of te koud, te nat of te droog.
Wanneer je spruiten lust ben je volwassen, vrouwen poepen niet en mannenscheten zijn stoer. Klaar.
Spruiten lust ik sinds kort, dus veel hollandse overwinningen heb ik niet meer in het verschiet. Stiekem poepen vergt veel ervaring.
Ik ben in een openbaar gebouw wanneer ik plotseling de drang voel om te poepen.
Op de gang begin ik al om me heen te kijken of er niemand anders met stiekeme poepdrang dezelfde kant oploopt. De kust is veilig. Ik loop het toilet binnen, er zijn 5 deuren om uit te kiezen.
Het is een chique toilet. Daar hou ik van, om zoiets banaals als poepen uit te voeren op een chique lokatie.
Alle toiletten zijn vrij.
Ik kies de meest linkse wc, omdat ik denk dat als er iemand anders binnen komt, diegene de dichstbijzijnde deur zou kiezen en niet helemaal naar links zou lopen, hiermee verklein ik dus de kans dat iemand mijn poep zal ruiken.
Ik doe de deur op slot en zie dat het een plons-wc is.
Ik drapeer een paar laagjes wc papier op het water, dit voorkomt spetters en het plons geluid. Ik neem plaats op de pot en begin een bruine stropdas te punniken.

Plotseling doen zich problemen voor; ik hoor de deur van het toilet opengaan, er is nog iemand binnengekomen! Ik hoor dat het mens snel een deur kiest, (duidelijk niet op poepmissie) een harde plas doet, wc papier gebruikt, doortrekt en zonder handen te wassen weer de gang op loopt.
Ik punnik rustig verder.
Wanneer de drol in de pot valt, trek ik meteen door om zo weinig mogelijk geur te verspreiden, daarna veeg ik de ster en loop mijn toilet uit, angstig kijk ik om me heen, niemand te zien, fieuw. Snel was ik mijn handen en begin richting de uitgang te lopen, wanneer plotseling de deur opent en een nette vrouw binnenstapt. Ik schrik.
Een zeker moment kijken we elkaar aan, dit betekend dat ze het gezicht weet waar de recente drol bijhoort. We lopen snel langs elkaar heen.
Ik zie dat ze de meest linkerdeur binnenloopt. Ze ruikt nu mijn poep. Nu.
Ze denkt daarbij aan mijn gezicht.
Ik knijp verslagen mijn ogen dicht en loop de gang op. Straks zal ik haar weer tegenkomen op de gang en zij zal mij op een bepaalde manier aankijken in vrouwentaal, wat zoiets zou betekenen als “ik weet hoe jouw poep ruikt, viezerik.”
Een miliseconde loopt er een rilling van schaamte over mijn rug, die ik snel van me afschud, waarna ik weer verder kan met mijn vrouwenleven.

Hij is terug

-->
Onze grootvader der grootvaders is weer terug, hou je vast.
Hij komt er genadeloos aan, op een schip waar hij zijn lieve roodlippige slaven voor hem laat zwoegen.
Hij heeft zijn ogen weer op Holland gericht, om hier op 5 december het hele land in zijn macht te houden en ons allen te dwingen zijn verjaardag te vieren. Als je niet meedoet zal je slaag krijgen, een zak over je hoofd en als slaaf meegenomen worden op zijn angstaanjagende schip. En dat is geen pretje, als je dat soms dacht.
Als slaaf van Sinterklaas zal je deze duistere ouderwetse figuur moeten helpen om hulpeloze burgers het leven zuur te maken.
Wij hollanders voelen het maanden van tevoren al aankomen, gigantische kilozakken Sinterklaas-Drugs stromen van de 1 op de andere dag het land in.
Een helse verslaving.
Je zweert het hele jaar dat je deze keer niet aan dit onderdrukkingstijdperk onderdoor zal gaan, je blijft rustig je boodschappen doen en loopt al drie dagen ijzersterk langs de gevulde speculazen, sinterklaaspoppen, pepernoten en natuurlijk die goddorrie chocolade kruidnoten. Op dag vier beginnen de hallucinaties al wanneer je langs de schappen loopt, naakte zwarte pieten staan elkaar in de gangpaden in te smeren met spijs en duwen langzaam smeltende chocoladeletters in elkaars mond.
Na een half uur zwetend en vluchtend voor de hallucinaties de supermarkt rond gerend te hebben komt er eindelijk een eind aan. Sinterklaas zit al op je te wachten achter de kassa, hij kijkt je aan met een duistere grijns, in zijn hand een 3 kilo-zak euroshopper chocoladekruidnoten.
De hele winkel staart je aan terwijl je als automatisch richting de kassa en deze duistere kassier gezogen wordt, een angstige zweetsnor kun je nu niet meer onderdrukken.
Als een gehoorzame onderdaan doe je wat je verplicht wordt, je koopt de 3 kilo noten zak van Sinterklaas, terwijl hij angstaanjagend op je neer kijkt. Met gebogen hoofd en je staart tussen je benen schuifel je de winkel uit, de zak onder je oksel.
Onderweg naar huis begin je de chocolade kruidnoten tot je te nemen, er is geen weg meer terug.
Wanneer je thuis ineengedoken op de bank zit en huilend de laatste chocolade noten naar binnenwerkt voel je je ademhaling moeizamer gaan, je hartslag vertraagt, een ongelooflijke pijn in al je ingewanden dringt zich aan.
Terplekke sterf je aan acute obesitas.

Gelukkig hoef je nu geen surprise meer te maken.


Sinterklaas, bedankt.

Hart


Relaties, een hekel heb ik eraan. Bah.
Een mens raakt er zijn persoonlijke kracht door kwijt, wordt er een zwakachtig kwetsbaar wezen van, wat alleen nog maar verwurmeld met zijn mede slachtoffer op de bank wil liggen terwijl ze elkaar besmeuren met het gutsende bloed van hun Cupido-pijlwond.

Zaterdagnacht als een dolle stier door de stad rennen met je maatjes tot de zon op komt en de wildste avonturen beleven wordt vervangen door samen koekjes bakken en films kijken.

Ook ik was de lul hoor, laat ik eerlijk zijn.
Daarom ben ik ermee opgehouden.
De dolle stier in mijn binnenste kon ik ook niet meer in toom houden. Tijd om vrij te zijn. Geen geleuter meer.
Jankend maar vastberaden dumpte ik mijn liefde.

En zoals ik mijn stier beloofd had, rende ik iedere nacht horendol rond, zoop ik mijzelf  veel ongezondheid toe en nam ik een gestoord kapsel met kaalgeschoren achterhoofd.
‘Ik moet vrij zijn’ legde ik mijn onbegrijpende liefde uit ‘laat me nou maar gewoon. Ik kom nooit meer terug. Niks voor mij dat verwurmelen, ik ben een piraat, snapje, ik moet alle zeeën nog bevaren met het schip wat ik morgen ga stelen.’ Tranen met tuiten.
Ik huilde mijzelf ook een vochttekort toe wanneer niemand keek.

Na 3 maanden dansen en hakken op onze twee harten, stond ik zaterdagnacht samen met mijn exliefde op de stoep voor de shoarmaboer, in de plas bloed waar wij elkaar ooit mee insmeerden. Toen mijn exliefde mij plotseling naar zich toetrok, alsof hij wou zeggen dat ik nu maar eens mijn grote mond moest houden.
Hij hield me heel stevig vast.
Het voelde rustgevend warm en hij geurde heerlijk naar zijn nagloeiende Cupido-pijlwond “ik zal altijd op je wachten Jack” zei hij, “wat voor dolle momenten je allemaal nog moet hebben en welke zeeën je nog gaat bevaren, uiteindelijk wil ik toch alleen maar met jou zijn, het maakt me niks uit wat je in de tussentijd doet” Cupido at mij terplekke op en scheet me uit.
Alle redenen die ik de afgelopen tijd had gegeven waren ongeldig verklaard.

Lieve Joep, jij bent de liefde van mijn leven.
Alles spijt me zo, ik wil niks liever dan samen met jou verwurmelen.
Mijn bloedende Cupido wond zal nooit meer genezen, dat weet ik zeker nu.